Vallen de reisemissies van bemanningswisselingen onder de nieuwe IMO-koolstofovereenkomst?
In april 2025 bereikte de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) een historische overeenkomst om het eerste wereldwijde koolstofbeprijzingsmechanisme voor scheepsemissies in te voeren. De overeenkomst, die is ontworpen om de uitstoot van broeikasgassen door de maritieme industrie te beperken, zal heffingen invoeren op emissies die de vastgestelde drempels overschrijden, met boetes die kunnen oplopen tot $380 per ton CO₂ die boven deze limieten wordt uitgestoten.
Een secundaire, strengere norm voegt een extra $100 per ton toe voor emissies op hoger niveau, wat resulteert in een tweeledige structuur die decarbonisatie stimuleert. Het initiatief zal naar verwachting jaarlijks tot $40 miljard genereren om de essentiële overgang naar schonere brandstoffen en technologieën te ondersteunen.
De heffingen zullen in 2028 ingaan en zijn strikt van toepassing op Scope 1-emissies, wat betekent dat alleen de directe emissies van schepen zelf worden gereguleerd. Emissies van activiteiten zoals de productie van brandstof of bemanningsgerelateerde logistiek vallen niet onder het huidige IMO-kader.
Hoe zit het dan met scope 3 en reizen voor bemanningswisselingen?
Reisemissies van bemanningswisselingen, bijvoorbeeld door vliegreizen, worden nog niet gereguleerd omdat ze onder Scope 3 vallen, de categorie voor indirecte emissies uit de bredere waardeketen van een bedrijf. Bemanningswisselingen zijn een essentiële en frequente operatie voor maritieme bedrijven en kunnen aanzienlijk bijdragen aan de totale CO₂-voetafdruk van een schip of bedrijf. Hoewel dit niet is opgenomen in de laatste overeenkomst, krijgen Scope 3-emissies in de scheepvaart steeds meer aandacht.
In regelgevende omgevingen zoals het EU-emissiehandelssysteem (EU ETS) zijn maritieme emissies al opgenomen, en er is een groeiend bewustzijn rond de volledige impact van de toeleveringsketen, ook al is Scope 3 nog niet wettelijk verplicht. Veel industrieleiders verwachten dat Scope 3-rapportage in toekomstige regelgevingsfasen standaard zou kunnen worden, vooral in koolstofbewuste markten.
Waarom vooruitstrevende bedrijven nu al actie ondernemen
ATPI Marine Travel helpt maritieme klanten nu al bij het meten, begrijpen en verminderen van de CO₂-impact van hun bemanningswisselingslogistiek. Door middel van op maat gemaakte reisplanning, route-optimalisatie en emissievolgsystemen bieden wij praktische manieren om Scope 3-emissies aan te pakken, zodat onze klanten klaar zijn vanuit een Environmental, Social, and Governance (ESG) perspectief, nog voordat de regelgeving wordt aangescherpt.
Onze CO₂-rapportagetools zijn specifiek ontworpen om scheepvaartklanten duidelijk inzicht te geven in hun Scope 3-emissies van bemanningsreizen, waardoor datagestuurde strategieën mogelijk worden om hun milieu-impact te beperken. Door routes en reisgedrag met hoge emissies te identificeren, ondersteunen wij klanten bij het verminderen van hun voetafdruk door bijvoorbeeld slimmere reisplanning en duurzame reisalternatieven.
Hoewel de nieuwe IMO-koolstofovereenkomst momenteel geen reisemissies van bemanningswisselingen omvat, beweegt de industrie zich in een richting waarin indirecte emissies steeds belangrijker worden. Of het nu wordt gedreven door toekomstige regelgeving of ESG-verwachtingen, het kunnen volgen en optimaliseren van Scope 3-emissies wordt snel essentieel.
Door samen te werken met ATPI Marine Travel kunnen scheepvaartbedrijven zich voorbereiden op deze volgende fase en duurzaamheid afstemmen op operationele uitmuntendheid en zorg voor de bemanning.